2014 is het jaar van de privacy, of het gebrek er aan. Dat weten we nu al, maar hoe gaat dat zich ontvouwen in de keuzes die we maken online? De achtergrond is de veranderende wereld, waarin het onduidelijk is wat we vasthouden en verliezen, want de druk op bestaande instituten, zoals overheden, uitgevers, banken, ook de wat minder oude zoals facebook en Google, is groot.
De ongrijpbaarheid van de wereld om ons heen en het effect ervan op hoe mensen naar ons kijken, of hoe we naar onszelf kijken, is de meest complicerende factor van het privacy vraagstuk. En dus hebben deze twee thema’s een belangrijke interactie met elkaar
Want hoe weten we hoe onze acties en gedachten van vandaag beoordeeld gaan worden in een toekomstig perspectief. We veranderen van mening, krijgen nieuwe inzichten, maken keuze op basis van wat we nu weten. Waarden worden anders, systemen staan onder druk, macht verschuift en daarmee is het extra belangrijk om te controleren wat anderen wel en niet van ons zien.
Het belangrijkste is daarbij om te beseffen dat we keuzes maken in het moment, zonder te weten hoe onze mening veranderd in de wereld van morgen. Weten wat onze waarden en normen zijn, wie we zelf zijn, wat onze belangen zijn en wat we eigenlijk willen tonen wordt cruciaal. Beseffen dat we handelen, ons uiten en relaties onderhouden, naar eer en geweten van dit moment, is dat wat ons staande houdt en behoedt voor al te veel spijt.
De kunst is nu om in de kakofonie van ideeën, meningen en de maalstroom van gebeurtenissen die ons wereldbeeld beïnvloeden, onszelf te blijven (zien). Wat ligt er op de bodem van het water als het niet meer troebel is en rimpelingen zijn verdwenen.
Aan de andere kant zijn het toch de beste resultaten en veranderingen tot stand komen door focus (wat soms vanzelf tot tunnelvisie leidt) en bravoure. En je niet te veel aantrekken van wat anderen van zouden kunnen je denken. Want uiteindelijk is het heel simpel: je kunt beter spijt hebben van wat je wel gedaan hebt, dan van dat wat je hebt nagelaten.
(Wat overpeinzingen naar aanleiding van het essay van Andrew O’Hagan, een van de stukken aanbevolen door de Correspondent dit weekeind. )